Jaap van de Merwe: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16: Regel 16:
| programmaoverzicht = [[Oeuvre van Jaap van der Merwe]]
| programmaoverzicht = [[Oeuvre van Jaap van der Merwe]]
}}
}}
Jaap van der Merwe wordt na de bevrijding in 1945 algemeen verslaggever bij plaatselijke edities van Het Vrije Volk. In de jaren vijftig stapt hij over naar de kunstredactie. Daarnaast wil Van de Merwe een rol spelen in het cabaret. Dat leidt tot een conflict met Het Vrije Volk, 'je kunt geen teksten schrijven, die je later moet recenseren'. Hij accepteert de overplaatsing naar de stadsredactie niet en neemt ontslag.  
Pionier van scherpe politiek teksten en 'rooie liederen'.


Vervolgens begint hij dan aan een carrière met cabaret van uiterst kritische toon. Zijn maatschappijkritiek gaat soms over de grens van het juridische toelaatbare heen. Zo roept hij op, stenen te gooien door de ruiten van het Amerikaans consulaat. Hij schrijft nu en dan teksten die ver boven de middelmaat liggen, maar vriend en vijand zijn het er over eens, dat hij die niet beter zelf kan vertolken, omdat hij ten enenmale theatermagie mist en ook niet zingen kan.
===Jeugd===


In 1970 verlaat hij het theater. De uitzendingen van zijn radioprogramma “[[’t Oproer kraait]]” krijgen een vervolg op televisie (VPRO en VARA). Het programma gaat over het socialistische strijdlied door de eeuwen heen. Hetzelfde materiaal gebruikt hij in 1974 voor zijn boek “Gij zijt kanalje, heeft men ons verweten!”. Hij schrijft en vertaalt met redelijk succes musicals, bij voorkeur in de stijl van het volkstheater. Een stuk over socialistenleider Troelstra had het hoogtepunt moeten worden, maar wordt genegeerd. Hij raakt in een sociaal isolement. Hij schrijft een bevlogen boek over Gerrit Jan Zwertbroek, een van de oprichters van de VARA en later een politiek avonturier. Dit werk verschijnt postuum.
Jaap van der Merwe wordt geboren in een keurige arbeidersbuurt in Rotterdam. Zijn vader is politieagent en het gezin is buitengewoon sociaal-democratisch.
Na het Gymnasium en een paar maanden theologie besluit hij journalist te worden.
Via een contact van zijn vader kan hij terecht bij 'het Vrije Volk', de krant van sociaal-democratisch Nederland.
Jaap van der Merwe wordt na de bevrijding in 1945 algemeen verslaggever bij plaatselijke edities van de krant. In de jaren vijftig stapt hij over naar de kunstredactie. Naast zijn journalistieke werkzaamheden is hij actief in de cabaretwereld. Dat leidt tot een conflict met Het Vrije Volk, 'je kunt geen teksten schrijven, die je later moet recenseren'. Hij accepteert de overplaatsing naar de stadsredactie niet en neemt ontslag.
 
===Cabaret===
 
Per 1 oktober 1959 verlaat Van de Merwe de krant. Hij gaat het theater in. Samen [[Marjan Berk]], [[Peter Lohr]] en [[Aart Brouwer]]brengt hij het programma 'Alle gekken kijken'. Wat bij van der Merwe de boventoon voert is een uiterst maatschappijkritische toon. Zo ageert hij tegen minister-president J.E. de Quay (1959-1963), minister van Buitenlandse Zaken J.M.A.H. Luns (1952-1971) en de Amsterdamse burgemeester G. van Hall (1957-1967). Ook roept hij in het lied 'scherven voor Vietnam' op om de ruiten van de Amerikaanse ambassade in te gooien.
In 1964 schreef Van de Merwe zijn twee misschien wel meest indrukwekkende liedjes: 'Drie patrouilles' over de Duitse inval in mei 1940 en 'Pluizen in de wind' over de jodendeportaties tijdens de bezetting. In de jaren zestig produceerde hij tal van programma's met een steeds wisselende bezetting.
In 1970 verlaat hij het theater.
 
===Televisie===
De uitzendingen van zijn radioprogramma “[[’t Oproer kraait]]” krijgen onder regie van [[Rob Touber]] een vervolg op televisie (VPRO en VARA). Het programma gaat over het socialistische strijdlied door de eeuwen heen. Hetzelfde materiaal gebruikt hij in 1974 voor zijn boek “Gij zijt kanalje, heeft men ons verweten!”. Hij schrijft en vertaalt verder musicals, bij voorkeur in de stijl van het volkstheater. Een stuk over socialistenleider Troelstra had een musicalhoogtepunt moeten worden, maar flopte. Langzamerhand raakt hij in een sociaal isolement. Gedesillusioneerd schrijft hij een bevlogen boek over Gerrit Jan Zwertbroek, een van de oprichters van de VARA. Dit werk verschijnt postuum, want op 64-jarige leeftijd wordt hij dodelijk getroffen door een hartaanval.  


[[Category:personen|Merwe, Jaap van der]] [[Category:Cabaretier |Merwe, Jaap van der]] [[Category:Radiomaker |Merwe, Jaap van der]] [[Category:Schrijver |Merwe, Jaap van der]]
[[Category:personen|Merwe, Jaap van der]] [[Category:Cabaretier |Merwe, Jaap van der]] [[Category:Radiomaker |Merwe, Jaap van der]] [[Category:Schrijver |Merwe, Jaap van der]]

Versie van 19 nov 2015 12:11

Jaap van de Merwe (bron:fotocollectie Beeld en Geluid)

NaamJaap van de Merwe
GeborenRotterdam, 14 september 1924
GestorvenOosterhout, 19 februari 1989
Functies cabaretier, radiomaker, schrijver
Bekend van’t Oproer kraait, Stiefbeen en zoon
Periode actief1963-1981
Externe infoEigen site

Jaap van der Merwe in de media
Oeuvre van Jaap van der Merwe

Pionier van scherpe politiek teksten en 'rooie liederen'.

Jeugd

Jaap van der Merwe wordt geboren in een keurige arbeidersbuurt in Rotterdam. Zijn vader is politieagent en het gezin is buitengewoon sociaal-democratisch. Na het Gymnasium en een paar maanden theologie besluit hij journalist te worden. Via een contact van zijn vader kan hij terecht bij 'het Vrije Volk', de krant van sociaal-democratisch Nederland. Jaap van der Merwe wordt na de bevrijding in 1945 algemeen verslaggever bij plaatselijke edities van de krant. In de jaren vijftig stapt hij over naar de kunstredactie. Naast zijn journalistieke werkzaamheden is hij actief in de cabaretwereld. Dat leidt tot een conflict met Het Vrije Volk, 'je kunt geen teksten schrijven, die je later moet recenseren'. Hij accepteert de overplaatsing naar de stadsredactie niet en neemt ontslag.

Cabaret

Per 1 oktober 1959 verlaat Van de Merwe de krant. Hij gaat het theater in. Samen Marjan Berk, Peter Lohr en Aart Brouwerbrengt hij het programma 'Alle gekken kijken'. Wat bij van der Merwe de boventoon voert is een uiterst maatschappijkritische toon. Zo ageert hij tegen minister-president J.E. de Quay (1959-1963), minister van Buitenlandse Zaken J.M.A.H. Luns (1952-1971) en de Amsterdamse burgemeester G. van Hall (1957-1967). Ook roept hij in het lied 'scherven voor Vietnam' op om de ruiten van de Amerikaanse ambassade in te gooien. In 1964 schreef Van de Merwe zijn twee misschien wel meest indrukwekkende liedjes: 'Drie patrouilles' over de Duitse inval in mei 1940 en 'Pluizen in de wind' over de jodendeportaties tijdens de bezetting. In de jaren zestig produceerde hij tal van programma's met een steeds wisselende bezetting. In 1970 verlaat hij het theater.

Televisie

De uitzendingen van zijn radioprogramma “’t Oproer kraait” krijgen onder regie van Rob Touber een vervolg op televisie (VPRO en VARA). Het programma gaat over het socialistische strijdlied door de eeuwen heen. Hetzelfde materiaal gebruikt hij in 1974 voor zijn boek “Gij zijt kanalje, heeft men ons verweten!”. Hij schrijft en vertaalt verder musicals, bij voorkeur in de stijl van het volkstheater. Een stuk over socialistenleider Troelstra had een musicalhoogtepunt moeten worden, maar flopte. Langzamerhand raakt hij in een sociaal isolement. Gedesillusioneerd schrijft hij een bevlogen boek over Gerrit Jan Zwertbroek, een van de oprichters van de VARA. Dit werk verschijnt postuum, want op 64-jarige leeftijd wordt hij dodelijk getroffen door een hartaanval.