PHOHI

Uit B&G Wiki
Versie door RB1974 (overleg | bijdragen) op 9 sep 2016 om 10:57
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Uitzending van een voetbalwedstrijd door twee verslaggevers van de PHOHI (2).jpg

NaamPHOHI
Oprichting18 juni 1927
Opheffingmei 1940
MedewerkersEdward Startz, Han Hollander, L.G. Wybrands Marcussen, Lou Cohen
Omroep StatusCommerciële zender
Media[1] Polygoon: Bezoek aan de PHOHI kortegolf zender, 1933 [2] Beluister hier alle uitzendingen van PHOHI via in.beeldengeluid.nl.

De ingenieurs van Philips slaagden er op 12 maart 1927 in om met de korte golf zender PCJJ 10.000 mijl te overbruggen. Zendamateur A.C. Groot kon in eerste instantie niet geloven dat hij daadwerkelijk Philips hoorde uitzenden. Maar ook vanuit Australië en Zuid-Amerika komen berichten van een geslaagde ontvangst.

Begin van radio

Het jonge medium radio was tot ver in de jaren twintig het domein van zendamateurs. De in Den Haag wonende ingenieur Hans Henricus Schotanus à Steringa Idzerda startte in november 1919 als eerste met regelmatige muziek-uitzendingen.

Op verzoek van Idzerda had Philips kort ervoor een zendlamp ontwikkeld. Idzerda’s bedrijf Radio industrie NV verkocht apparatuur voor de bouw van radio apparatuur en hoopte dankzij uitzendingen zijn onderdelen aan de man te brengen. Zijn bereik was groot, in Engeland was zijn programma te horen en hij werd zelfs gesponsord door de Daily Mail. Midden jaren twintig moest Idzerda stoppen met uitzenden.

De eerste omroepen

Het medium radio kreeg ondertussen wel steeds meer vaste vorm. Er ontstonden radio verenigingen van amateurs, de AVRO, NCRV, KRO, VARA en VPRO. De Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) in Hilversum zorgde voor de technische realisatie.

Philips zag in de jaren tien nog weinig in het nieuwe medium, maar in 1925 richtte het bedrijf een zelfstandige onderneming op, de NV Philips Radio. Een jaar later nam Philips ook de NSF over.

Kant en klaar toestel

Het geloof in de mogelijkheden van het nieuwe medium groeide enorm bij Philips. In eerste instantie werden voor enthousiaste amateurs en professionals alleen radio onderdelen geleverd, vanaf september 1927 was er voor de consument een kant en klaar toestel te koop.

Het Radio laboratorium van Philips hield zich bezig met de verbetering van de radio onderdelen zoals de radiolampen, de luidsprekers en de gelijkrichters. Daarnaast waren er experimenten met uitzendingen om de afzetmarkt voor de radiotoestellen te vergoten. De overzeese Nederlandse gebieden boden die mogelijkheid.

Koninklijke goedkeuring

Op 1 juni 1927 spraken Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana tot de landgenoten in Nederlands-Indië. De reacties waren overweldigend. De vaderlandse pers schreef dat ´dankzij het technisch vernuft van een Nederlandse onderneming Moederland en Koloniën ineens zoveel dichter bij elkaar waren gebracht´.

NV Philips Omroep Holland-Indië

Op 18 juni 1927 werd de stichtingsakte voor de NV Philips Omroep Holland-Indië opgemaakt. Er namen naast Philips zeven Nederlands-Indische handels- en cultuurmaatschappijen deel uit van PHOHI. Er werd een concessie voor uitzending aangevraagd en verkregen

Na proefuitzendingen startte vanaf 22 januari 1929 reguliere uitzendingen. De korte golf zender werd van Eindhoven naar Huizen verplaatst en kon in versterkte en uitgebreide vorm concurreren met lokale zenders in Batavia en Medan. Alleen de regentijd kon de uitzendingen ernstig verstoren.

Peace, Cheer and Joy

De radio was er vooral om een ontspannend programma te brengen. Het hoge amusement gehalte en de afwezigheid van moraalridders, geestelijken en andere sprekers voor eigen zuil straalde een modern levensgevoel uit.

De enthousiaste stem van Edward Startz droeg bij aan de waardering van de luisteraars. Met zijn eigen vertaling van de letters van de PCJ zender als Peace Cheer and Joy, the happy station had zijn opgeruimde levensblijheid lange tijd aantrekkingskracht op de luisteraars.

Nostalgisch over Nederland

De radio paste in de vooruitgang waar de Nederlanders in de koloniën van profiteerden: de reis tussen Nederland en de kolonie verliep veel sneller dankzij vliegverbindingen en betere vaarroutes, er was de mogelijkheid telegrammen te sturen en te telefoneren.

De uitgebreide nieuwsvoorziening door de Indische pers maakte het mogelijk op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in Nederland en Europa. PHOHI was voor veel mensen in Indië dan ook vooral een verbinding met Nederland.

PHOHI zwijgt door omroeppolitiek

In Nederlands-Indië speelde de verzuiling van de maatschappij niet zo sterk als in Nederland. Toch kreeg de onafhankelijke PHOHI al snel te maken met omroeppolitiek. De Nederlandse zuilen eisten hun aandeel in de zendtijd. Philips wilde hen na forse betaling wel toelaten, maar de linkse VARA werd door een veto van een van de Indische partners in PHOHI uitgesloten. De Radioraad eiste na twee jaar studie ook zendtijd voor de VARA.

De PHOHI weigerde echter als spreekbuis te dienen voor de anti-koloniale standpunten van de VARA. Het zou volgens hen kunnen leiden tot een revolutie. Het gevolg van het conflict was dat de zender stil bleef. Het duurde tot 1934 dat de PHOHI weer te horen was.

Indië Programma Commissie

Uiteindelijk zwichtte de PHOHI voor de wens van de zuilen. Een programma- commissie zag er op toe dat de uitzendingen voldeden aan de eisen om niet godsdienstig sectarisme of partijpolitieke doelen uit te dragen. De KRO was nauw betrokken in de programmering en de AVRO stond de sportuitzendingen van de befaamde Han Hollander af.

Gesneden platen

In 2000 droeg Philips Company Archives de bewaarde uitzendingen van de PHOHI over aan Beeld en Geluid. Het ging om 1046 grammofoonplaten, vooral uit de periode 1937-1940. Vanaf die tijd maakte Philips gesneden platen voor het gebruik in de studio. Voor die tijd werden er opnamestudio’s ingeschakeld en daarvan zijn er maar weinig bewaard. Op de platen staan gesproken woord en reportages, de rechtstreekse uitzendingen van nieuws en platenprogramma’s zijn destijds niet op plaat bewaard.

L.G. Wybrands Marcussen

Het grootste deel van de bewaarde reportages is van L.G. Wybrands Marcussen, altijd kortaf omschreven als Wybrands. Met de reportagewagen reisde hij door Nederland en had een goede neus voor wat de mensen in Indië wilden horen. Hij beschreef de laatste mode, de notabelen op het circuit in Zandvoort, welke studentenclub de roeiwedstrijd op de Amsterdamse Bosbaan won of interviewde een wonderkind in de biljartsport.

F.K.A. Rombach jr.

Wybrands was niet de enige reporter. Ook F.K.A. Rombach jr. sprak regelmatig op de PHOHI zender. Hij was de zoon van een bekende arts en was zelf leraar geschiedenis en aardrijkskunde. In 1925 publiceerde hij een trilogie over Landen en volken der vreemde werelddeelen in woord en beeld. Het boek veroorzaakte in de jaren dertig een rel in Nederlands-Indië omdat er een afbeelding van de profeet Mohammed in was opgenomen. Onder de reportages die Fred Rombach maakte was die van de Hartjesdag in de Amsterdamse Dapperbuurt. Hij staat in de Wagenaarstraat en met lichte vrees registreert hij hoe het volk vuurwerk afsteekt. 'Geld om te leven hebben ze niet', zegt Rombach, 'maar wel om vuurwerk te kopen'. Ook de politie doet zich af en toe gelden en er vallen rake klappen in augustus 1938.

Beursberichten, neutraliteit en verontrusting

De gesprekken van de dag en beursberichten werden dagelijks opgenomen en waren actueel. Het tijdsverschil en de actualiteit dwongen de PHOHI om het programma op plaat te zetten, zo kort mogelijk van tevoren, zodat ze hun nieuwswaarde behielden.

G.P.J. van Overbeek

Gesprek van de dag was een bijdrage van G.P.J. van Overbeek. Vanuit zijn werkkamer in Amsterdam sprak hij zijn causerie in over de binnen- en buitenlandse politieke ontwikkelingen.

Er zijn opnamen bewaard van een periode tussen 2 juni 1939 tot en met 31 maart 1940. Daarin is een stijgende lijn van verontrusting over de naderende oorlog voelbaar. Ondanks zijn VARA achtergrond was hij niet de opruiende spreker waarvoor de PHOHI bestuurders in 1930 bang voor waren. Van Overbeek steunde de regeringslijn van Minister-president De Geer en andere Noord-Europese landen om de neutraliteit te bewaren.

Luisteraars in Indië

Voor de luisteraars in Indië bleek ook de financiële markt een interessante nieuwsbron. De heer S.G. van Appeldoorn, hoofdredacteur van het Amsterdamsch Effectenblad verzorgde een rubriek over beurskoersen.

Zijn vakkundige mededelingen over de aandelen werden hoog aangeslagen en vaak in de krant afgedrukt. Van Appeldoorn meldt in april 1939 dat hij sinds de vele jaren dat hij politiek-economisch-financieel nieuws vergaart, nog nooit zo’n onevenwichtige situatie heeft meegemaakt als op dat moment.

Eenrichtingsverkeer

De bewaarde opnamen getuigen van een turbulente periode in de wereldgeschiedenis, de rimpelingen van gebeurtenissen voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Opvallend is dat de uitzendingen eenrichtingsverkeer zijn. De programma’s worden in Nederland gemaakt en zo horen de luisteraars een glimp van het leven in Nederland. Blijkbaar was dat ook wat ze zochten, ze verlangden terug naar de dagelijkse dingen van het vaderland

Alledaagse zaken

De grote verdienste van de PHOHI opnamen is het verschil met de Nederlandse omroepen uit dezelfde periode. Niet de inauguraties, plechtige momenten met redevoeringen van burgemeesters en bestuurders, zwaarmoedige lezingen staan op het programma van de Philips zender.

Op de PHOHI was er ruimte voor het alledaagse. De gewone man op straat vertelt, niet van papier, maar voor de vuist weg. Het verschil, ook in spreektaal, blijkt minder groot te zijn dan we dachten. Wel zijn er verschillen in de formele manier van spreken met twee woorden en standsverschil (‘ja mijnheer, nee mijnheer). Reportages over roeiwedstrijden, bloembollen, 75 jaar Vondelpark, races op het circuit van Zandvoort, over het 50-jarig bestaan van de Phonograaf, informatie over en door het KNMI en een verslag over de eerste lijnvlucht van Nederland naar Nederlands Indië.

Einde PHOHI met een knal

Het voortbestaan van de commerciële radiozender PHOHI was in Nederland onzeker. Een commissie onder leiding van Gerbrandy had gepleit voor een nationale omroep en tegen de verzuiling. De verantwoordelijke minister van Waterstaat durfde echter de macht van de omroepen en hun politieke vertegenwoordiging niet te weerstaan.

De verzuilde omroepen, gestoeld op ideologische of levensbeschouwelijke principes kregen juist meer te zeggen. Voor de PHOHI pakte dit ongunstig uit. Het doel van Philips was immers de verkoop van apparatuur, de naam Philips schalde dankzij PHOHI wereldwijd door de luidsprekers. Juist het ontbreken van een ideologisch gedachte of een achterban, zoals de andere omroepen, maakte het voortbestaan onzeker.

Toch zou door de trage besluitvorming de PHOHI blijven uitzenden tot 12 mei 1940. Op die dag werd de zender in Huizen opgeblazen. Na de capitulatie kon de Duitse bezetter de schade makkelijk herstellen, maar de PHOHI kreeg geen nieuwe zendmachtiging. Enkele werknemers, zoals Wybrands, sloten zich aan bij de 'Duitse' nationale omroep. Anderen, zoals Eddy Startz zwegen tot de oorlog voorbij was.