Tom Manders
Naam | Antoon Manders |
Geboren | Den Haag, 24 oktober 1921 |
Gestorven | Utrecht, 26 februari 1972 |
Functies | tekenaar, komiek, cabaretier |
Bekend van | Bij Dorus op schoot, De Showboat, Saint Germain des Prés |
Periode actief | 1954 - 1971 |
Werkt samen met | Cor Steyn |
Trivia | Bekend als het typetje Dorus |
Media | |
Externe info | TILT verhaal Beeld & Geluid |
Tom Manders volgt de ULO en driejarige avondstudie Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij maakt naam als decor en afficheontwerper. In 1943 komt hij als dwangarbeider voor het verrichten van schilderswerk op een vliegveldje bij München terecht. Na een halfjaar ziet hij kans naar Nederland te ontkomen. Na de bevrijding werkt hij weer als ontwerper.
In 1953 begint hij met een eigen cabaret op het Amsterdamse Rembrandtplein in Club Saint-Germain-des-Prés. In die quasi Parijse omgeving beperkt hij zich aanvankelijk tot de artistieke leiding. Pas na een paar jaar creëert hij het typetje van Dorus, de praatgrage zwerver met de hondenblik. In 1954 haalt de VARA hem naar de televisie.
Vanaf 1955 maakt hij twee seizoenen lang een maandelijks programma, Saint Germain des Prés, en vervolgens tot in 1963 in een lagere frequentie. In de jaren die volgen heeft Manders als Dorus succes met liedjes als "M'n volkstuintje", "Als ik wist dat je zou komen" en "Twee motten". De geflopte operette De koning van Montmartre maakt Manders terwijl hij in Duitsland werkt. Vervolgens produceert hij speelfilms met onder ander Brigitte Bardot. Zes jaar lang heeft hij meneer Cor Steyn, de organist, als begeleider.
Zijn cabaret op het Rembrandtplein moet hij in de jaren ’60 opgeven. In 1967 wint hij in Montreux de Zilveren Roos met een compilatie van een paar van zijn acts (onder andere Dorus als uitvinder van een muizenval). Eveneens in 1967 opent hij een club in Rotterdam, waar hij met name furore maakt met Bij Dorus op schoot, waarin kinderen op zijn schoot liedjes zingen. In 1970 sluit hij ook deze club. In 1971 maakt hij nog eenmaal een glansnummer: Dorus gaat zitten bij Madame Tussaud en laat de reactie van het publiek filmen.
Na een niet al te ernstig auto ongeluk constateren doktoren in 1972 longkanker bij Manders. Kampend met schulden, oververmoeidheid en ziekte komt voor hem betrekkelijk jong het einde, een sterke herinnering aan zijn liedjes en zijn creatie Dorus nalatend.